Naar publicatie overzicht

'Liever EMD dan high yield'

27-11-2018
Auteur MN

MN onderweegt net als vorig jaar haar positie in US HY ten gunste van Emerging Market Debt. ‘De spreads zijn behoorlijk laag en we bewegen richting het einde van de cyclus in de VS’, aldus Hoofd Fiduciair Advies Caroline Muste-Merks in een interview met Fondsnieuws.

‘Ook spreads in de Europese High Yield markt vinden we een onvoldoende attractief alternatief. Dankzij de negatieve effecten van toenemend protectionisme op emerging markets en stijgende rente zijn we dit jaar wel minder constructief op EMD maar zien we nog wel voldoende groeipotentieel door verbeterende bedrijfswinsten en overheidsfinanciën. De negatieve politieke ontwikkelingen in enkele landen zien we als geïsoleerde events.’ 

Dat maakt dat de pensioenbelegger de risicorendementsverhouding in Amerika op de lange termijn minder aantrekkelijk vindt, terwijl diezelfde graadmeter in EMD er relatief beter voorstaat. Muste: ‘Bovendien wordt EMD nog steeds ondersteund door economische groei in diverse landen en een relatief ondersteunend beleid door centrale banken.’

Muste doet de uitspraken vanuit het hoofdkantoor van MN in Den Haag, waar ze sinds twee jaar directeur fiduciair advies is. Eerder, onder andere als hoofd private debt bij NN IP, zat ze vijftien jaar lang zelf aan de knoppen. Ze belegde en stuurde diverse fixed income beleggingsteams aan.

‘Nu zit ik aan de andere kant van dezelfde medaille’, aldus Muste over haar huidige functie waarin ze verantwoordelijk is voor de asset allocatie, productstrategie en MVB maar ook voor het client management van negen pensioenfondsen uit de metaal- en techniekindustrie en maritieme sector. Zo belegt MN namens PMT, PME en BpfKoopvaardij. MN heeft in totaal 130 miljard euro in beheer.

Zelf vindt ze het grootste verschil dat MN zich anders dan NN IP op één type klant richt. ‘We zijn van en voor pensioenfondsen, dat betekent dat je langetermijnbeleggen tot in de haarvaten van je organisatie kan doorvoeren. Langetermijnbeleggers proberen in tegenstelling tot kortetermijnbeleggers, niet actief te profiteren van het sentiment en de prijsniveaus, ze houden de blik op de fundamentele lange termijn trends en voegen zo waarde toe aan de portefeuilles.’

‘Bij MN negeren we de korte termijn zeker niet, maar doen we alleen aanpassingen in onze modelportefeuille als er aanwijzingen zijn dat gebeurtenissen structurele wijzigingen in het economisch beeld veroorzaken, waardoor het behalen van de strategische doelstelling in het gedrang komt.’

Italië en brexit zijn voor Muste voorbeelden van gebeurtenissen die wel degelijk structurele wijzigingen in de economie kunnen veroorzaken. ‘En de trade war uiteraard, deze kan op lange termijn handelsstromen wezenlijk verleggen. Dat neemt niet weg dat we uiteraard kijken naar de centrale banken en het afbouwen van QE. Naar de manier waarop zij dat doen en de vraag of daar geen ongelukken uit voortkomen.’

In haar dynamische asset allocatie werkt MN met bandbreedtes: 45 tot 70 procent voor de matchingportefeuille, verdeeld over renterisico- en kredietrisicoproducten en liqiditeiten, en 30 tot 55 procent voor de returnportefeuille, bestaande uit de risicopremies hoogrentende kredieten, aandelen en real assets.

Muste: ‘Waarbij hoogrentend alles is van High yield credit, zowel Europees als Amerikaans, tot EMD en bank loans. Bij aandelen gaat het om listed equity en private equity, terwijl real assets bestaan uit onroerend goed infrastructuur en bosbouw.’

De modelportefeuille is dit jaar vrij defensief ingestoken, vertelt de directeur fiduciair advies. ‘Omdat wij nog steeds geloven dat er een clustering van risicoscenario’s is.’ Behalve de herallocatie van US high yield naar EMD is MN ook wat terughoudender geworden met private equity, onroerend goed en infrastructuur. Muste: ‘Maar dat is meer vanwege de grote hoeveelheid dry powder en de risico’s op bubbelvorming daar.’

Wat de belegger in het specifieke geval van brexit, de handelsoorlog of Italië heeft veranderd in haar portefeuille, voert volgens Muste te ver. ‘Maar in het geval van de brexit kijken we bijvoorbeeld naar de hoeveelheid exposure naar de UK, en de exposure naar Engels vastgoed. We kijken heel goed naar de risico’s die we daar lopen en waar een eventuele aanpassing in de strategie moet komen. En natuurlijk gaat het ook om spillover-effecten naar andere economieën.’

MN houdt zich bezig met dit soort vraagstukken, via werkgroepen die verschillende scenario’s uitschrijven tot impactanalyses. ‘Wat gebeurt er áls? We kijken niet alleen naar de meest voor de hand liggende scenario’s, maar ook naar de meer extreme. Dat is een continu proces, wat helpt om langetermijntrends te herkennen en proactief met klanten in gesprek te gaan over mogelijke beschermingsmaatregelen. Rondom de huidige toegenomen volatiliteit kijken we verder dan alleen de VIX. Wat veroorzaakt de volatiliteit, en zit daar een fundamentele economische ontwikkeling achter?’

Over die toegenomen volatiliteit merkt Muste op dat dat in combinatie met ingekomen risicopremies en de lage rente ‘generiek niet ideaal is voor een pensioenfonds’, een situatie waar we nog niet eerder mee te maken hebben gehad.